Studenten die tussen 1 augustus 1991 en 1 september 1996 studiefinanciering voor het hoger onderwijs hebben genoten, vallen onder de tempobeurs.
Het kan gebeuren dat de student door bijzondere omstandigheden studievertraging oploopt en daardoor de tempobeursnorm niet kan halen. In dat geval wordt door DUO de beurs van de student toch omgezet in een rentedragende lening. Ook bij de student die door overmacht of bijzondere omstandigheden niet meer kon studeren en daardoor niet de norm kon halen, wordt de beurs omgezet in een lening als de 30 (ECTS) punten niet behaald zijn. In bepaalde gevallen kan de student zich wenden tot de universiteit/hogeschool waar hij studeert, om de beurs van de universiteit/hogeschool terug te krijgen. Als dit beroep wordt ingewilligd, dan vergoedt de instelling de rentedragende lening over het voorafgaande studiejaar (aan de student of DUO). De wet stelt dat de vergoeding door de universiteit of hogeschool zodanig moet zijn dat betrokken student niet in een slechtere financiële situatie wordt gebracht dan wanneer hij gewoon een beurs zou hebben gehad. Dit betekent dat de instelling de gehele beurs die dat studiejaar is genoten, zal moeten vergoeden. (Art 17.10 WHW)
De universiteiten en hogescholen hebben een afspraak met DUO gemaakt omtrent het betalen van de schuld die ontstaan is t.g.v. het niet behalen van de temponorm. Deze afspraak houdt het volgende in:
- De universiteit/hogeschool neemt een formele beslissing op de verzoeken op tempobeurscompensatie; de betrokken studenten ontvangen de beslissing;
- Vervolgens meldt de universiteit/hogeschool schriftelijk aan DUO welke studenten compensatie voor de tempobeurs zullen krijgen; daarbij wordt de naam en het correspondentienummer van de student aangegeven;
- DUO meldt per individuele student het bedrag dat is omgezet van beurs naar rentedragende lening;
- De universiteit/hogeschool maakt het desbetreffende bedrag voor de studenten over naar DUO;
- DUO registreert dat er geen tempobeurs-schuld meer is, en ziet af van rente m.b.t. deze schuld;
- De betrokken studenten krijgen hierover bericht van DUO.
Voorwaarde voor steun is dat er sprake is van bepaalde bijzondere omstandigheden, waardoor de student geen 30 (ECTS) studiepunten kon halen. Daarbij moet er sprake zijn van een echt oorzakelijk verband tussen de bijzondere omstandigheden en het feit dat de student de norm niet heeft gehaald. De bijzondere omstandigheden op grond waarvan de student een beroep kan doen op ondersteuning vanwege het feit dat hij de studievoortgangsnorm uit de Wet op de studiefinanciering niet heeft kunnen halen, zijn:
- Ziekte
- Bijzondere familieomstandigheden
- Zwangerschap
- Handicap
- Hardheidsclausule
- Bepaalde bestuursactiviteiten
- De omstandigheden dat de opleiding zodanig is ingericht dat de student redelijkerwijze niet in staat is geweest het in de Wet op de studiefinanciering vastgestelde aantal studiepunten van de tempobeurs te behalen.
Naast deze tempobeurscompensatie is er ook een spaarregeling tempobeurs. Onder bepaalde voorwaarden kan de student hiervan gebruik maken als hij niet het vereiste aantal studiepunten heeft behaald. Zie ook 'Relatie spaarregeling tempobeurs en tempobeurscompensatie'.
Met behulp van het formulier van de IB-Groep 'Spaarregeling studiepunten tempobeurs' kan de student verzoeken om toepassing van deze regeling. Op dit formulier staan ook de voorwaarden vermeld.
Op de website van de IB-Groep staat geen folder meer over de tempobeurs. De student die nog onder de tempobeursregeling valt wordt verwezen naar een telefoonnummer van de IB-groep: 050-5997755.
{tip Bron:materiaal cursus Wet- en regelgeving LOS HBO 2004-2005 Anton van den Hoeven, DUO
Beheerder: Anne-Margriet Klaver
Laatst gewijzigd: 18 februari 2013}{/tip}